In Brabant zeggen we geen koude schotel, maar kouwe schotel. Een klein verschil, echter een groot verschil met de huzarensalade. De kouwe schotel is door Tante Jo ontwikkeld. Jarenlang heeft zij een café met feestzaal gerund. Haar recept is altijd geheim gebleven tot nu. 

1. Spoel het soepvlees met koud water af. Vervolgens doe je het soepvlees in een grote pan met 2 liter water en 2 runderbouillonblokjes en breng het aan de kook. 
2. Je laat het soepvlees ongeveer 3 uur zachtjes koken totdat het uit elkaar valt. 
3. Schil de aardappelen en kook ze ongeveer 20 minuten totdat ze gaar zijn. 
4. Giet de aardappelen af en laat ze afkoelen. 
5. Haal alle ingrediënten (soepvlees, zilveruitjes, augurken, doperwten en aardappelen) door de vleesmolen. Of gebruik een pureestamper, maar trek dan het vlees eerst uit elkaar. 
6. Roer de mayonaise door de fijn gemaakte koude schotel. Stel de koude schotel is te droog, dan kan je een beetje bouillon van het soepvlees aan de koude schotel toevoegen. 
7. Vind je de koude schotel te flauw, dan kan je koude schotel met mosterd op smaak brengen. 
8. Tot slot lekker koud laten worden in de koelkast! 

TIP: De bouillon wat over is kan je natuurlijk gebruiken voor een heerlijke basis van een krachtige soep.